Marlene: Darlene, zie je dat? Darlene: Wat? Marlene: Die arme vrouw daar. Nee, niet nu. Nutsvoorzieningen. Kijk. Darlene: Oh, mijn goedheid. Ik kan het niet geloven. Marlene: Dus je ziet
Marlene: Darlene, zie je dat? Darlene: Wat? Marlene: Die arme vrouw daar. Nee, niet nu. Nutsvoorzieningen. Kijk. Darlene: Oh, mijn goedheid. Ik kan het niet geloven. Marlene: Dus je ziet